De gehuwden AOW
De AOW is de basis  van iedere pensioenregeling.  Is iemand ongehuwd, dat ontvangt hij of zij de ongehuwden AOW. Is iemand getrouwd of samenwonend en heeft de partner zelf weinig of geen inkomen, dan wordt een toeslag gegeven op die ongehuwden AOW. En door die toeslag ontstaat de gehuwden AOW.

En vanaf het moment, dat iemand 65 is geworden ontstaat zo het recht op alleenstaanden-AOW, plus eventueel de toeslag voor gehuwden/samenwonenden. Het "oude-dags-inkomen" wordt dan gevormd door de totale AOW plus (eventueel) het pensioen dat via de werkgever werd opgebouwd.

AOW verzelfstandigd
Nu heeft de overheid, enige jaren geleden, de AOW  "verzelfstandigd". Het gevolg is, dat beide partners ieder 50% van de "gezins-AOW" ontvangen. Op zich is dat niet zo spannend. Afgezien van de fiscale gevolgen.

Want 2 x 50% blijft 100%.
Mocht dan ook, op het moment dat de ene partner 65 wordt, de andere partner nog geen 65 zijn en geen of weinig inkomen hebben, dan wordt de uitkering nog steeds aangevuld, alsof beide partners 65 zijn. En voor cliënten, die geboren zijn voor  1 januari 1950 blijft dat zo!

Het AOW-gat
Het probleem gaat zich voordoen voor cliënten, die geboren zijn na 1 januari 1950!
Want via een recente wijziging heeft de overheid nu bepaald, dat die toeslag (om de alleenstaanden-AOW aan te vullen naar gehuwden-AOW) vanaf 1 januari 2015 zal vervallen.

U kunt zich voorstellen, dat dit vanaf 1 januari 2015 tot problemen kan leiden. Immers bij een verzelfstandigde AOW betekent dit, dat de ene partner 50% van de gehuwden AOW ontvangt en de andere niets. De tweede helft wordt pas uitgekeerd vanaf het moment, dat de partner eveneens 65 is geworden.

Bij het plannen van pensioeninkomen, zal dus rekening gehouden moeten worden met de vraag welke leeftijd iemand heeft op 1 januari 2015. Ofwel met de vraag of iemand geboren is voor 1 januari 1950. Of erna.

Op de volgende pagina willen we dieper in gaan op de vier manieren waarop pensioen opgebouwd kan worden.