G, H, I en J

Woord Omschrijving

Gemengde verzekering

Een kapitaalverzekering waarbij uitgekeerd wordt op een bepaalde einddatum bij in leven zijn of bij eerder overlijden.

Grondrente tot transport

Rente over de grond (bij nieuwbouw) tussen de datum van aankoop en de overdracht bij de notaris.

Herbouwwaarde

Begrip dat gehanteerd wordt bij de woonhuisverzekering. De herbouwwaarde is het bedrag dat benodigd is om de woning volledig nieuw te bouwen. 

Herzieningsrente

De rente die bij het ingaan van een nieuwe rentevast periode wordt vastgesteld.

Hypotheek

Het recht, dat u aan de bank verleent om uw woning openbaar te verkopen indien u uw verplichtingen niet nakomt. 
Feitelijk geeft de koper dus het recht van hypotheek. In het spraakgebruik wordt echter onder de "hypotheek" de geldlening verstaan.

Hypotheekakte

Akte waarin de hypotheekovereenkomst wordt vastgelegd. Volgens de wet dient een dergelijke akte ten overstaan van een notaris te worden gepasseerd.

Hypotheekaktekosten

De kosten die de notaris in rekening brengt voor het opmaken van de hypotheekakte en de kosten voor registratie in het hypotheekregister van het kadaster.

Hypotheekgever

Degene die de woning als onderpand inbrengt. Dit is de eigenaar van de woning en niet de geldgever. De eigenaar geeft ’het recht van hypotheek" aan de geldgever.

Hypotheeknemer

Degene die de onroerende zaak als onderpand voor de hypotheek aanvaardt. Dit is dus de geldgever en niet de eigenaar van de woning.

Hypotheekregister

Alle hypotheken worden via de notaris overgeschreven in een openbaar- voor iedereen toegankelijk- register. Zo kan altijd worden gecontroleerd of er op een bepaalde onroerende zaak een geldlening verstrekt is.

Incasso

De automatische inning door de geldgever van uw hypotheekverplichtingen.

Inkomensdepot

Spaar- of beleggingsrekening waaruit tijdens de looptijd de hypotheeklasten geheel of gedeeltelijk worden voldaan. 

Jaarlast

Het bedrag dat jaarlijks aan hypotheekrente, aflossing en overlijdensrisicopremie wordt betaald.