Eigen woning
De belastingherziening houdt onder andere in dat de tarieven van de inkomstenbelasting omlaag gaan. Dat betekent dat iedereen er in netto inkomen op vooruit gaat. Voor de eigenwoningbezitter worden de fiscale regels echter aangescherpt en op een aantal punten moet worden ingeleverd. De kosten van het eigen huis worden daardoor in het algemeen iets hoger. Per saldo levert de belastingherziening daardoor niet in alle situaties een voordeel op.

Hypotheekrenteaftrek
Rente is vanaf 2001 alleen nog aftrekbaar als u die betaalt in verband met de aanschaf, het onderhoud of de verbetering van de eigen woning. Die woning moet uw hoofdverblijf zijn. Voor een tweede, een vakantie- of een studentenwoning is aftrek niet meer toegestaan.

Maximaal 30 jaar
De rente is gedurende een periode van maximaal 30 jaar aftrekbaar. Voor bestaande hypotheken geldt die termijn vanaf 1 januari 2001. De periode komt overeen met de standaardlooptijd van een hypotheek. Er is echter meer aan de hand. De periode van 30 jaar loopt namelijk door in een nieuwe hypotheek die u afsluit voor een volgende woning.
Even wat toelichting:

Voorbeeld 1
Stel u heeft nu een hypotheek van EUR 250.000 waarvoor u, gerekend vanaf 1 januari 2001, nog maximaal 30 jaar renteaftrek heeft. Tien jaar later, in 2011, besluit u te verhuizen. Voor de nieuwe woning sluit u een hypotheek af van EUR 450.000 met opnieuw een looptijd van 30 jaar. In het verleden betekende dit simpelweg weer 30 jaar renteaftrek. Helaas is dat met de nieuwe belastingplannen gewijzigd. Na 20 jaar heeft uw "oude" hypotheek 30 jaar "gelopen". Vanaf dat moment vervalt de renteaftrek over die "oude" EUR.250.000 hypotheek. Het gevolg is een aanzienlijke lastenverzwaring na de eerste 20 jaren.

Alleen verwervingskosten
Er geldt ook een wijziging ten aanzien van de hoogte van het hypotheekbedrag. Rente die u betaalt anders dan voor de aanschaf, onderhoud of verbetering van het eigen huis, is niet aftrekbaar. Zaken die u wel op die manier kunt financieren, zijn bijvoorbeeld de bijkomende kosten in verband met de koop (zoals afsluitprovisie en notariskosten), eventuele verbouwings- en renovatiekosten en aanlegkosten voor de tuin.

Beperking bij volgende hypotheek
Een andere wijziging heeft betrekking op de kapitaalsverzekering van een nieuwe levenhypotheek. Dat kan een spaar-, beleggings-, hybride- of een traditionele levenhypotheek zijn, die vanaf 1 januari 2001 wordt afgesloten. In de kapitaalverzekering wordt belastingvrij gespaard voor de aflossing. Als de kapitaalverzekering eenmaal uitkeert, tussentijds of op de einddatum van de hypotheek, is daarna geen aftrek meer mogelijk over het bedrag ter grootte van de belastingvrije uitkering. Ook niet in een volgende hypotheek. Dat houdt in dat u min of meer gedwongen bent het bedrag van de eerdere uitkering als eigen geld in te brengen. Doet u dat niet en neemt u voor dat deel ook hypotheek, dan krijgt u daarover geen renteaftrek.

Voorbeeld 2

U sluit in 2001 een spaarhypotheek af van EUR 250.000 met een 20-jarige looptijd. Op de einddatum wordt met de uitkering uit de kapitaalverzekering de hypotheek volledig afgelost. Verhuist u op dat moment naar een volgende koopwoning, dan hebt u in dit geval over EUR 250.000 geen renteaftrek meer, omdat u voor dat bedrag een belastingvrije uitkering hebt ontvangen. Om uw nieuwe huis zo goedkoop mogelijk te financieren, zou u eigen geld moeten inbrengen.

Beter niet direct aflossen
Lost u op vrijwillige basis extra af, zelfs verplicht omdat u een annuïteitenhypotheek hebt, dan hebt u minder profijt van de renteaftrek. Uw werkelijke renteaftrek daalt met iedere aflossing die u doet. Een hypotheek met een uitgestelde aflossing is in dat opzicht gunstiger. Een beter alternatief is dan ook om het af te lossen bedrag op een beleggingsrekening te zetten en daarmee de hypotheeklast te verlichten en/of na 30 jaar de hypotheek af te lossen.

Voorbeeld 3
U hebt een hypotheek lopen van EUR 250.000 waarop u tijdens de looptijd in principe niet aflost. Vanaf 2001 hebt u nog maximaal 30 jaar renteaftrek. In 2006 ontvangt u een erfenis van EUR 150.000 en gebruikt u die (toch) als aflossing op de hypotheek. Weer vijf jaar later verhuist u naar een andere koopwoning. Voor de fiscus hebt u dan al tien jaar renteaftrek genoten over een bedrag van EUR 250.000, terwijl dat de laatste vijf jaar in werkelijkheid maar EUR 100.000 was. Het komt er op neer dat u in uw volgende hypotheek vijf jaar renteaftrek misloopt over een bedrag van EUR 150.000. Dat scheelt al gauw duizenden euro`s.

Levenhypotheek
De `kapitaalverzekering eigen woning’ is aan striktere fiscale regels gebonden. Voor het onbelast blijven van de uitkering geldt als extra voorwaarde dat de verzekering niet langer mag lopen dan 30 jaar en dat deze niet meer mag uitkeren dan de schuld die u bent aangegaan voor uw eigen woning. Ook mag de uitkering alleen worden gebruikt voor de aflossing van de hypotheek.

Hogere uitkering dan hypotheek
Als er niet aan de in voorgaande alinea vermelde voorwaarden wordt voldaan, dan wordt het rentebestanddeel in de uitkering geheel of gedeeltelijk belast. U betaalt dan inkomstenbelasting (box 1) over het uitkeringsdeel dat hoger is dan de totaal door u betaalde premies of hoger is dan de schuld. Heeft u bijvoorbeeld een unit-linked-hypotheek en ontvangt u op de einddatum meer dan nodig is om de hypotheekschuld af te lossen, dan wordt het meerdere van de beleggingswinst alsnog belast.

Optimale ouder-kindlening
Een kind dat een huis koopt en het geld daarvoor van zijn ouders leent, kan de rente die hij over het geld betaalt, de fiscus eist zo`n rentebetaling, aftrekken van zijn belastbaar inkomen. In box 1 tegen maximaal 52 procent. De ouders daarentegen innen de rente in box 3 waar veel minder valt af te rekenen met de fiscus. Zij betalen slechts 1,2% belasting over de waarde van de lening. De familie wordt als geheel beter van deze vermogensverschuiving.

Nalatenschapsplanning gaat een stap verder. Ouders mogen jaarlijks ruim EUR 3.630 belastingvrij aan elk kind schenken. Dat betekent dat zij EUR 3.630 van de door het kind betaalde rente zo weer terug kunnen geven. Op deze manier is een optimale ouder-kindlening te berekenen voor vermogende families. Een lening waarover zoon of dochter per saldo geen eurocent rente betaalt, terwijl hij wel degelijk rente kan aftrekken van zijn belastbaar inkomen. Bij een rente van 6% hoort een fiscale optimale lening van EUR 60.353.